Standaard maken domeinen die in Plesk zijn aangemaakt gebruik van de Plesk DNS-server voor naamomzetting. In sommige gevallen kan dit echter ongewenst zijn. Als u bijvoorbeeld een externe DNS-dienst gebuikt of servers die het gezag uitoefenen over uw domein, dan is het aan te raden om de DNS-dienst van Plesk voor het domein uit te schakelen. Hiertoe gaat u naar Websites & domeinen > DNS-instellingen en u klikt op Uitschakelen. Als u zich later bedenkt klikt u op Inschakelen om de DNS-dienst van Plesk voor het domein weer in te schakelen.

image 76855

Terwijl de DNS-dienst van Plesk voor een domein is uitgeschakeld, kunt u controleren of de DNS-records die zijn opgeslagen op de externe DNS-server correct zijn. Ga hiervoor naar Websites & domeinen > DNS-instellingen, klik op Record toevoegen, geef de domeinnaam van de externe DNS-server op en klik op het pictogram image 74742 naast de naam van de DNS-server die u zojuist hebt toegevoegd.

Plesk haalt van de externe DNS-server de lijst met DNS-records op en controleert of deze het volgende bevat:

  • Ten minste één A-record dat verwijst naar het IP-adres dat in Plesk voor het domein is geselecteerd.
  • Ten minste één AAAA-record dat verwijst naar het IP-adres dat in Plesk voor het domein is geselecteerd.
  • Ten minste één MX-record.
  • Het CNAME-record voor www.<domein> dat verwijst naar <domein>, of het A/AAAA-record voor www.<domein> dat verwijst naar het IP-adres dat in Plesk voor het domein is geselecteerd.

Als de externe DNS-server geen van de hierboven genoemde DNS-records bevat, zal Plesk u een waarschuwing geven.